(Naar de vorige aflevering: een dak op de roef)

(Klik op de thumbnails om een grotere foto te zien, klik op de grote foto om die weer te verkleinen)

De bestaande situatie (Klik op de foto om te verkleinen) Mijn eigenlijke plan was om nu het achteronder schoon, vet- en verfvrij te maken en dan te schilderen. Rondom de poorten van het achterschip zit nog een grote houten klos. Zal ik die laten zitten of toch maar weghalen? Hout op staal is niet zo’n goede combinatie, en als dat hout er al een eeuw zit… Toch maar weghalen.
Naast de poorten naar buiten kijken (Klik op de foto om te verkleinen) Zóóó! Ik kan nu ook náást de poorten naar buiten kijken! Het valt niet te ontkennen, hier moeten nieuwe plaatjes in. Misschien alleen maar op deze plek, dan valt ‘t mee. Nu waren er tijdens het naaldenbikken aan de binnenkant ter plekke van de klinknagels van het onderste hoeklijn van het berghout ook al een paar kleine gaatjes in de huid ontstaan, misschien wel goed hier meteen even naar te kijken vanaf de buitenkant.
tekening: zo zat het (Klik op de tekening om te verkleinen) Bij een boltjalk zijn de berghouten voor en achter niet zo zwaar uitgevoerd als bij een tjalk. Ze bestaan – althans bij mijn schip – uit twee hoeklijnen van 50 x 50 millimeter die op boeisel en huid zitten geklonken en zo een boven- en onderkant vormen. Aan de bovenste hoeklijn zit weer een 40 x 40 millimeter hoeklijn geklonken, waarop het afsluitende 50 millimeter platrond is geklonken. Een simpele constructie waar het onderste hoeklijn er eigenlijk alleen maar voor het zicht zit, namelijk om de onderkant van de doos te dichten. Alleen, zo’n constructie zorgt wel voor ellende. Omdat hij niet waterdicht is, en bij ieder aanvarinkje een beetje verbuigt en nog minder waterdicht wordt, komt er vocht in. En omdat de vorm het water niet afvoert begint het hoeklijn weg te roesten, en daarmee ook de huid onder de hoeklijn.
Bij mijn schip is dit roestproces al zover gevorderd dat er nog maar een paar stukjes onderste hoeklijn hangen.
Stroken van 5 centimeter hoog (Klik op de foto om te verkleinen) Die laatste stukjes hoeklijn even weghalen duurt natuurlijk toch nog een aantal uren, met het voorzichtig wegslijpen en weghakken van de nagelkoppen aan de binnenkant. Daarna flink raggen met de naaldenbikhamer aan de buitenkant. Als alle roestkoeken zijn verwijderd blijkt dat flinke stukken van de huid veel te dun zijn en moeten worden vervangen. Het gaat hier gelukkig om stroken van maximaal 5 centimeter hoog. Om de een of andere reden is de bakboordskant er veel slechter aan toe dan stuurboord.
Eerste plaatje ingevuld Wat bij inspectie van de buitenkant óók aan het licht komt is de slechte staat van het gedeelte waar de berghouten, het boeisel en de huid bij de steven samenkomen. Hier is heel veel rot. Ik zet nieuwe stukken staalplaat in steven en boeisel, zoveel mogelijk de hoeklijn bewarend vanwege het zicht op de klinknagels.

Zo’n plaatje maken is ouderwets handwerk:

een volgend plaatje passen (Klik op de foto om te verkleinen) Eerst slijp en vijl en slijp en vijl je het zo goed mogelijk pas …
plaatje krom slaan (Klik op de foto om te verkleinen) … dan sla je het krom tot het precies de juist ronding heeft …
precies krom genoeg? (Klik op de foto om te verkleinen) … ik bedoel: precies de juiste ronding …
passen, passen en nog eens passen (Klik op de foto om te verkleinen) … net zolang tot het pas is …
hechten (Klik op de foto om te verkleinen) … als het echt pas is kun je het vasthechten …
afgelast en nageslepen (Klik op de foto om te verkleinen) … en aflassen en naslijpen. (Daarbij sneuvelen wel de tot dan toe zorgvuldig bewaarde klinknagelkoppen) …
binnenkant ook afgelast (Klik op de foto om te verkleinen) … en ten slotte van binnen aflassen. Zo. Dat was één plaatje. Nog 6 te gaan.
Bovenste hoeklijn aanhelen (1) (Klik op de foto om te verkleinen) Op sommige plekken ontkom ik ook niet aan nieuw hoeklijn.
Bovenste hoeklijn aanhelen (2): gelast en bijgeslepen (Klik op de foto om te verkleinen) Wat ik tot mijn grote frustratie leer is dat je bij het vervangen van staalplaat beter wat teveel materiaal kunt wegslijpen, zodat je in ieder geval op dik genoeg materiaal je nieuwe stuk aanlast. Ik blíjf met de electrode door de oude plaat heen prikken,dus het gat maar wat groter geslepen – al m’n moeizame laswerk weg – en dan weer een nieuw plaatje erin. Ten koste van veel tijd, electrodes en humeur, maar: ik heb weer wat geleerd!
losgeslepen platrond (Klik op de foto om te verkleinen) Nu het onderste hoeklijn van het berghout is verwijderd kun je van onderaf in het berghout kijken. Wat een roestbende! Met de naaldenbikker kan ik er nu wel goed bij, maar het blijft roest regenen. Eigenlijk was ik helemaal nog niet van plan de berghouten aan te pakken, maar ik kan er nu vanaf mijn vlotje heel gemakkelijk bij. Hùp, de slijptol in de spleet tussen plathalfrond en bovenste hoeklijn, en na een uurtje aandringen en ettelijke 1mm slijpschijfjes is het plathalfrond eraf tot ongeveer de bolder, de plaats waar het berghout over gaat in de bergplaat van de zijdes. Ik heb nu dwars door het dikste deel van het 40 x 40 hoeklijn geslepen. Nu is het betrekkelijk eenvoudig om de resten van dat 40 x 40 hoeklijn van de bovenste hoeklijn en plathalfrond te verwijderen: gewoon de klinknagels doorslijpen. Nadat alles is schoongebikt worden de platgeslagen nagelstelen van achteraf in hun gaten vastgelast, zodat het geheel er nog steeds geklonken uitziet.
platrond weer vastgelast (Klik op de foto om te verkleinen) Delen van de bovenste hoeklijn blijken ook niet meer goed te zijn, daar zet ik ook meteen nieuwe stukken in. Nadat de nieuwe stroken in de huid zijn ingelast kan het platrond op het bovenste hoeklijn gelast, et voilá: het berghout is klaar om geschilderd te worden. Het onderste hoeklijn laat ik voorlopig weg, het berghout is nu ook aan de binnenkant goed te schilderen.
tekening: zo zit het nu (Klik op de tekening om te verkleinen) Dit is de tekening van de nieuwe situatie.
Hoera! De eerste menie! (Klik op de foto om te verkleinen) Ik ben toch zo lekker bezig op m’n vlotje. Dus haal ik meteen de spieën ook maar kaal en dan kan de achterkant van het schip in de menie. Hoera, de eerste verf! Dat deze oranje vlek zich maar snel over de rest van het schip moge uitbreiden!
Is het u trouwens ook opgevallen dat ik aan het begin van dit verhaal het achteronder wilde schilderen?

(Naar de volgende aflevering: Over kralen, potdeksels en een luikenkap)

Reageren? Commentaar? Complimenten? Stuur Arjen een e-mailtje.