Naar aflevering 2: Dekzeil
Het is inmiddels eind april, en de tent staat er op. Nu kan ik eindelijk beginnen!

Anderhalve kuub en 30 zakkenMet een klokpomp, een vlakpomp en tenslotte een waterstofzuiger wordt het schip zo droog mogelijk gemaakt. Ik kan alleen nog niet overal bij, want er ligt nog aardig wat puin. Ik heb nog ongeveer 1,5 kuub brandhout en 30 zakken ander puin van boord gedragen. En dan schoonmaken. Tot juni op de knietjes spantvak voor spantvak schoongeveegd, teer en oud vet weggestoken en in het achterschip ook flinke plakkaten roest.

Aan de ene kant is dit saai en langdurig werk, aan de andere kant leer je je schip wel zeer grondig kennen. En het is heel Zen. Wax on, Wax off, met de nadruk op dat laatste. Uren alleen met een steekmes en een emmertje, concentratie, langsfladderende gedachten en weer terug naar die klinknagel, dat stukje teer, dat kattespoor. Ja, ik kan het iedereen aanraden!

Oppervlakkige roestHet blijkt dat het grootste deel van het vlak in prima staat verkeert, een beetje oppervlakkige roest, maar dat is goed weg te borstelen. Het achterschip is echter een ander verhaal. Twee dingen zijn hiervan de oorzaak: Het oude roefje is ooit weggehaald en er is een nieuwe opbouw opgezet, met weinig oog voor het afvoeren van hemelwater. Hierdoor heeft zich jarenlang vocht tussen dek en wand gedrongen en dat is via de onderzijde van het gangboord naar het vlak gelopen. Dit is nog goed te zien aan de half weggerotte gangboorden, hier zal een flinke strook van vervangen moeten worden.
De tweede oorzaak was de aanwezigheid van de douche en de WC op die plek. Dit schijnt op woonboten vaker een zwakke plek te zijn vanwege meer condens en eventuele WC lekkage.

roest en smeerOoit heeft iemand ter conservering afgewerkte olie op het vlak gegooid, waarschijnlijk al over de roest heen, waarna er een multiplex vloer overheen is gelegd die er nooit meer uit is gegaan. Toen wij die platen er uittrokken, vochtig en schimmelend, kwam er een voorstelbare troep tevoorschijn van flinke plakkaten roest en taaie plakkaten oude olie. De roest is wel gemakkelijk te verwijderen, de oude olie niet, die heb ik bestrooid met zaagsel om het minder te laten kleven en daarna weggekrabd. Dit karweitje heb ik samen met m’n vader gedaan en zo de kreet “er uit zien als een bootwerker” een nieuwe dimensie gegeven: zwart en plakkerig van top tot teen.

gaten nadat het beton verwijderd isOok nog het vermelden waard is het verwijderen van vijf stukjes (reddings)beton ter grootte van stoeptegels uit de kimmen. Hieronder zaten flinke gaten in de huid waar, gelukkig voor ons, al een dubbelingsplaat overheen zat.

Zo met alle losse roest en rommel verwijderd begint het ergens op te lijken. Ik loop begin juni met de camera door het schip om zoveel mogelijk details vast te leggen, aangezien duidelijk is dat er nog wel verder gesloopt moet worden aan het casco, voor er met nieuwbouw begonnen kan worden.
Heel gaaf in dit stadium zijn de afdrukken die nog te zien zijn in de huid van de hamers waarmee de vlakplaten zijn rondgeklopt. Dat moet beulswerk zijn geweest.

Hoeklijn bij de roefHet meest in het oog lopend detail zijn drie afgesneden dekspanten tussen de den van het laadruim en de hoeklijn van de roef. Dit impliceert dat er een dekje van 60 cm breed gelopen heeft tussen roef en laadruim, en dat is weer bijzonder omdat bij tjalken het laadruim meestal doorloopt tot de roef.
Afgesneden spantenGrote vraag voor de komende tijd is dan ook: zal ik dat tussendekje weer herstellen als een uniek detail van dit schip, of laten vervallen voor een 60 cm langere roef met vrije doorloop naar het vrachtruim?


Naar aflevering 4: Van oude klinknagels en nieuwe visbouten
Reageren? Commentaar? Complimenten?  Stuur Arjen een e-mailtje.