(naar deel 1: Inleiding)

1 juni 2008

Kaartje deel 2 (klik op het kaartje voor een grotere afbeelding)Zondagochtend verlaten we Harlingen met gunstig tij richting Kornwerderzand, helaas zonder wind. We varen op de motor naar Enkhuizen en ontdekken de volgende ochtend dat onze nieuwe motor nog steeds olie lekt. En wel in hoeveelheden die we niet aan boord hebben. Dus bellen we Sjors die de motor geïnstalleerd heeft. Na verschillende telefoontjes  onder andere met de Vetus dealer, hebben we een afspraak met een mecanicien uit Weesp om in Amsterdam aan boord te komen.
‘s Middags varen we dus toch nog verder zuidwaarts. Net na de sluis stopt de motor. We schrikken allemaal. De dagtank blijkt leeg te zijn. Niek was vergeten deze te vullen door alle commotie rond de olielekkage. Maar na een vlotte diagnose en bijvullen van de dagtank zijn we al gauw weer op weg. Zeilen omhoog, het Paard van Marken is nèt te belopen. Er is een waarschuwing voor “onweerachtige-atmosferische-storingen”, dus houden we de zich opbouwende aambeelden in het Zuidoosten in de gaten. Vlak voor we bij Durgerdam zijn verandert een laaghangende donkere rolwolk van richting en de weersvoorspelling komt uit. Zeilen naar beneden, regenkleding aan, terwijl hagelstenen zo groot als knikkers door het openstaande toiletraam naar binnen jagen. We ankeren kort om de giek en het bokje binnenboord te halen en als het zicht verbetert, varen we op de motor naar Durgerdam en ankeren daar in de baai voor de nacht.

Dinsdagochtend strijken we de mast en varen we naar de museumhaven om op de mecanicien te wachten. Niek en Jim bezoeken ondertussen de grote kaartenwinkel op de Overtoom waar ze kaarten van de hele wereld hebben, wel honderd globes, reisgidsen en een complete toeratlas van Africa van de National Geographic maar helaas geen plattegrond van Teheran en dat was nou net waar Jim naar op zoek is. Woensdagmiddag om vier uur komt eindelijk de man-voor-de-motor en hij lost het probleem op. Het blijkt dat bij de installatie van de nieuwe deksel, waarop oliefilter en oliedrukmeter en – koelslangen zijn aangesloten, deze is beschadigd tijdens montage van de speciale drukmeter. Daardoor kunnen de vlakken niet perfect op elkaar sluiten.  Een  bankschroefbraampje met grote gevolgen.

‘s Avonds komen de kinderen aan boord eten en ons goede reis wensen. De volgende dag vroeg kunnen we verder, eerst door Amsterdam, onder de Magere Brug, over de fraaie Amstel en dan door de kromme Mijdrecht met de Woerdense Verlaat. Dwars door het Groene Hart , een schitterend typisch Hollands laagveengebied met wollegras en orchideeën in de, nu afgesneden, riviermeanders.

Woerdense Verlaat (foto: Michiel Verbeek)Vanaf Woerden varen we via de Oude Rijn. We overnachten in Zwammerdam, een heerlijke naam die riekt naar Olie B. Bommel, “als je begrijpt wat ik bedoel, mijn jonge vriend”, in een zijkanaal naar de  Nieuwkoopseplassen. De volgende ochtend via de Gouwe onder de hefbruggen door en via de zesde sluis (op deze trip) de Hollandse IJssel af naar de Noord en Dordrecht . Helaas hebben we door een foute berekening extra diesel verstookt door tegen de stroom in te varen. In Dordrecht stapt Helen aan wal (via de bunkerboot) om terug te gaan naar haar zus in Genderen. Wij varen stukje de Nieuwe Merwede op om te tanken in Papendrecht want de Dordrechtse bunkerboot heeft geen witte diesel. Vervolgens varen we met tij nu wel gunstig de Dortse Kil op. Halverwege de Kil zien wij achterin een overnachtingshaven voor de beroepsvaart een bord “sport”.  Het biedt een prima overnachtingsplek voor ons en 3 andere boten.

7 juni  Met z’n twee.

Molen St Annaland (foto: Quistnix)Zaterdagochtend vroeg stapt Jim op de fiets richting Genderen om zich weer bij Helen te voegen en hun grote reis over land terug naar hun schip Gaia, dat op Borneo ligt, voor te bereiden.
Wij varen de Kil uit met slecht zicht, dus netjes buiten de boeien en de koers van de grote jongens. Op het Hollands Diep kunnen we zeil zetten. Na de Volkeraksluizen zeilen we tot de Krammersluizen. In de haven van Sint Annaland mag je alleen maar in de jachthaven liggen. Jammer, want ze hebben kade zat. Maar de kade schijnt onbetrouwbaar te zijn, dus Oeral Thûs in een jachthavenbox, gelukkig helemaal aan de buitenkant. Volgende keer maar doorvaren naar het eind van de geul en daar ankeren. Overigens gaan ze ook ankerboeien leggen bij St Anna.

De volgende dag is het zicht vrij slecht en er is vrijwel geen wind. Een zondagse rustdag, voor anker op een rustig plekje buiten de geul. Een oversteek van de Westerschelde is met minimaal zicht toch niet aan te raden. In de middag komt er geleidelijk meer zicht, zelfs een zonnetje. We schrobben het schip (om de beurt in het surfpak) en doen de eerste stootwilreparatie.

De vooruitzichten voor de oversteek op maandag zijn goed, er wordt zelfs een noordoosten wind voorspeld. Maandag maar bijtijds achteranker op (03:30 uur is laag water) en richting kanaal door Zuid Beveland.

(Klik op de fotootjes in dit reisverslag om ze te vergroten, klik op de vergrote foto om hem weer te verkleinen)


(Naar deel 3: Door België)

(Niek en Liesbeth hebben de hele reis – inclusief kilometers, aanlegplaatsen en sluizen – gedocumenteerd in een spreadsheet. U kunt dat hier ophalen.)