(Ga naar deel 2: Baasrode- Ieper)
(Klik op de afbeeldingen voor een grotere versie. Klik op de grote afbeelding om te verkleinen)
Zaterdag 23 juni 2007
Gisterenochtend vroeg het koelwatersysteem van de Brons met perslucht doorgeblazen en via alle kranen de troep afgetapt. Daarna de oorlogsgeschiedenis van Ieper bekeken. Het is hier een waar bedevaartsoort voor oud-strijders en hun nazaten, vooral uit Groot Brittanië. ’s Avonds naar de Last Post geweest.
Vandaag ziet het weer er niet gezellig uit. Veel wind en af en toe een spetter regen. We tanken water, roepen de centrale verkeerspost op en vertrekken om 10.00 uur richting Veurne. Het water is vannacht een beetje gezakt dus we tobben ons een ongeluk om de haven uit te komen. Een paar loze vissertjes zijn niet blij met ons. Ook verderop moeten we kalm aandoen vanwege de waterstand. Via sluis Fintele, spreek uit fintééle, zijn we om 16.30 uur in Veurne. De walstroomaansluitingen hier hebben een unieke maat, maar tegen een borgsom zijn er koppelstukken beschikbaar bij de havenmeester.
Maandag 25 juni 2007
Alle bezienswaardigheden, enkele mooi kerken en oude gebouwen, van Veurne liggen op ca. 500 meter van de Kaaiplaats. Het alleszins de moeite waard maar in een paar uur heb je het wel gezien.
Vandaag gaan we dus maar weer een halte verder, richting Duinkerken. Het is nog steeds geen zomer maar er is zo nu en dan een zonnetje en af en toe een spetter.
We hebben na ampel beraad besloten de stuurhut met dit weer niet te klappen hoewel we er lang niet zeker van zijn dat we bij de vaste bruggen over voldoende doorvaarthoogte zullen beschikken. Volgens de havenmeester kan er met 3,85 m. gevaren worden tot Duinkerken, volgens ons VNF-kaartje met 3,80 m. en volgens onze Belgische kaart met 4,50 m. We hebben aan 3,75 m. genoeg. In noodgevallen hebben we ‘m ook in een kwartiertje plat.
Veurne naar het zuiden omcirkelend komen we nog langs enkele “projecten”, o.a. de luxe motor van onze Britse bezoeker van gisteravond. Dan wordt het kanaal nogal saai. De eerste klapbrug, 3 km over de Franse grens, is “en panne”. De brugwachtster deelt ons mede dat de elektriciens ter plaatse zijn en dat we ons hier moeten laten registreren. We krijgen een soort ‘laisser-passer’ waarmee we bij de VNF in Duinkerken een vignet moeten halen.
Dinsdag 26 juni 2007
Het weer is iets beter dan gisteren maar met zomer heeft het nog steeds niets te maken. Om 10.00 uur gooien we los en gaan richting Arques. Er is heel weinig vaart. Het is een heel typisch landschap. Vroeger was dit één groot moeras. Nu monden er aan weerskanten talloze kleine kanaaltjes uit in het Kanaal Duinkerken-Schelde, de z.g. Grand Gabarit. Deze verbinding bestaat in feite uit meerdere op elkaar aansluitende kanalen, voor een deel stammend uit ca. AD 1000. In die tijd vormde het de verdedigingsgracht van de Vlaamse graven tegen de oprukkende Fransen. Veel van de zijkanaaltjes, de z.g. canaux marais, zijn voor kleine boten bevaarbaar. Er is veel recreatie.
Om 13.30 uur zijn we in het jachthaventje van Arques. Er liggen wat kleine schepen, een paar Engelsen met oude Nederlandse schepen en een paar replica’s. Zo nu en dan wringt er een vrachtschip langs naar de fabriek boven in de haven.
Woensdag 27 juni 2007
Donderdag 28 juni 2007
Mooi weer. Om negen uur vertrekken we en we kunnen om de hoek gelijk de sluis in. Bij de volgende sluis hebben we pech. We kunnen er niet meer bij, maar met koffie en de in Arques gekochte ‘jesuits’, de lokale gebakspecialiteit, is het best uit te houden. Kort na de lunch bereiken we Aire-sur – Lys en via een sluisje gaan we de Lys ofwel de Kleine Leie op. Een mobiele ploeg begeleidt je hier. We stoppen om 15.30 uur in St. Venant. Er is een jachthaventje maar dat is meer voor Optimisten en kano’s. Wij slaan onze pennen in de grond en spreken met de ‘eclusiers’ af voor morgen 10.00 uur.
St. Venant blijkt niet bijzonder spannend te zijn.
Vrijdag 29 juni 2007
Het mooie weer was van korte duur. We tanken water uit een kraan op de wal en gaan om 10.00 uur de sluis in. Als we de volgende sluis naderen, slaat ons de schrik om het hart. Één groot veld van waterplanten en kroos. Zodra we in de sluis zijn, zetten we de motor stil, maar aan het pisstraaltje koelwater te zien, is het kwaad al geschied. Als de deuren opengaan, starten we de motor, maar de straal koelwater is onvoldoende. Een kilometertje verderop is een oude fabriekssteiger waar we vast kunnen maken. Meer dan een uur zijn we aan het prutsen om alles weer open te krijgen. Daarna zijn er geen problemen meer en om 17.00 uur maken we vast in Deûlemont naast een oude hovercraft van het Havenbedrijf Rotterdam.
Er is hier ook een grote voormalige ‘large’ zoals vroeger de havens voor de grote vloot van spitsen werden genoemd. Er is een zeilschooltje met Optimisten maar er staat dus te weinig water voor ons.
Hierna volgt een stuk van Deûlemont naar de kruising van het Canal de la Sensée met de Schelde. Dat traject maakt deel uit van het verslag van de ‘Oeral Thûs’. Wij zijn hier bakboord uit gegaan, de Schelde af.
2 juli 2007