Jelle Hamers deed voor de zesde keer mee aan de Strontrace, dit jaar als schipper op de Lutgerdina Smeltekop. Hier zijn dagboek.

Stront01JelleBegin september krijgen wij het skûtsje Lutgerdina Smeltekop tot onze beschikking en begint ons eerste klusweekend. Het skûtsje ligt in Huizen en we beginnen met het plaatsen van het contragewicht en sjouwen alle spullen aan boord die eigenaar Andries Honing in zijn schuur heeft liggen en noodzakelijk zijn om een strontrace te varen. We besluiten het skûtsje in Aalsmeer neer te leggen en van daaruit verder te klussen en te trainen.
Er komt nog redelijk wat bij kijken om een skûtsje – dat normaal gesproken IFKS vaart – klaar te stomen voor de strontrace. Het feit alleen al dat de strontrace een langdurige wedstrijd is met een kleine bemanning (in ons geval 4 mannen Jan, Bernd, Jeroen en Jelle) vergt de nodige aanpassingen. Zo worden er lieren geplaatst voor de fokkeschoot, een lier voor de grootzeilschoot, twee lieren voor de bakstag en een lier op de mastkoker voor de val van de halfwinder. We besluiten zelfs een wisseling van de zwaarden te doen met de zwaarden van het schip van Jeroen. De huidige zwaarden drijven te snel op en die van Jeroen vallen en staan als een mes. Van de voorgaande keren strontrace varen hebben we al vier vaarbomen, maar we besluiten er nog vier bij te maken speciaal voor Amsterdam.
Verder trainen we met zeilen en jagen door de ringvaart en over de Kaag en bomen we Amsterdam alvast een keer door, waarbij we verbaasd nagestaard worden door de nodige omstanders.

Stront02klussen

Nog even klussen voor de race begint
Donderdag 21 oktober

Jan en Jeroen doen boodschappen en we zorgen dat ook alle persoonlijke spullen zoveel mogelijk aan boord zijn. Daardoor kunnen we de volgende ochtend vroeg vertrekken.

Vrijdag 22 oktober

Jan en Jelle starten s’ochtends om acht uur de motor en varen richting Workum. Om 12:30 uur arriveren we bij de Oranjesluizen waar Bernd opstapt en waar we verwelkomd worden door Remco (strontbemanning van twee jaar geleden die sinds twee weken sluismeester op de Oranjesluizen is geworden). De deuren gaan open en door de sluisspeaker schalt een toepasselijk ‘nou oprotten met die zeilpraam’. Hierna tuigen we op en zetten we koers richting Enkhuizen.

Zaterdag 23 oktober

We hebben overnacht in de Buitenhaven van Enkhuizen en slapen een beetje uit. Om 10:30 stapt Jeroen aan boord en is het team compleet. We willen nog boodschappen doen, maar na het weerbericht uitgeluisterd te hebben besluiten we toch meteen te vertrekken. Met de zeilen gereefd varen we met een straffe ZW 6-7 richting Workum. In Workum aangekomen halen we de laatste dingen en rommelen nog wat aan het schip. ‘s Avonds gaan we lekker uit eten en op tijd de klossenbak in.

Zondag 24 oktober

Stront03inschrijving

Inschrijven bij Letty op In Dubio

De schepen druppelen langzaam binnen en de havenkom wordt steeds kleiner. ‘s Middags melden we ons op de ‘In Dubio’; het schip dat de komende week bewoond zal worden door de wedstrijdleiding. Hier ontvangen we het journaal dat we tijdens de race gedetailleerd bij moeten houden. Verder is er langs de havenkom tal van activiteit en spreken we een hoop vrienden, familie, bekenden en collega-strontracers. Al met al vliegt de dag voorbij… nog één nachtje slapen!

Maandag 25 oktober

Om 9.00 uur is de eerste schippersvergadering waar de schippers op de hoogte gebracht worden van de laatste stand van zaken met betrekking tot de race. Er wordt geloot voor de startvolgorde. In onze klasse, de lichte stront, loten we als tweede achter de Ulbe Zwaga. Wat ons betreft een perfecte loting. Na de vergadering is het tijd de vracht te laden. Ieder schip laadt vijf zakken kunstmest à 25 kg, welke afgeleverd dienen te worden in Warmond.

Stront04vertrek
Vertrek van de schepen

De schepen worden verhaald en in startpositie gelegd waarna om 12.00 uur de visserijdagen van start gaan. De vissersschepen willen allemaal tegelijk naar buiten wat uitermate spectaculaire beelden oplevert van Lemsteraakjes en schouwtjes die zich voltuig in hun voorgangers boren en zich vastzeilen in en tussen de beurtschepen. Om 13.00 uur verzamelen de schippers zich bij de sluis waar de cognossementen getekend worden. Dan is het eindelijk 13.15 uur en klinkt het startschot gevolgd door het ‘en nou oprotten’ van Reid de Jong. De schippers rennen naar hun schepen en vertrekken op volgorde van loting. Door de heersende noordwestenwind kunnen de schepen gemakkelijk ‘t Soal uitzeilen.

Stront05nrIJsselmeer
Lutgerdina Smeltekop vaart op het IJsselmeer

Op het IJsselmeer aangekomen hebben we een mooie voorsprong op de rest van de schepen: slechts de Ulbe Zwaga ligt voor ons. Ons besluit staat vast: wij gaan eerst via Enkhuizen. In onze opinie moet je zo snel mogelijk in de Haarlemmermeer zitten om zo lang mogelijk te profiteren van de NW-wind die later (zoals de voorspelingen aangeven) naar ZW zal gaan draaien. Al snel zetten we de halfwinder en waterzeilen bij en zeilen geconcentreerd richting Enkhuizen. Na Stavoren wordt het duidelijk dat de Ulbe Zwaga en de Nynke voor Lelystad kiezen. De rest van het veld kiest voor Enkhuizen. Wij leggen als eerste aan bij de remming voor het Naviduct. De sluis staat nog open, maar we mogen van de sluiswachter niet naar binnen. Dat is balen, want de Rust na Arbeid volgt vijf minuten na ons gevolgd door de Swanneblom en de Vriendschap. Met z’n vieren worden we geschut en starten we weer opnieuw. Na het einde van de remming moet de motor uit en zeilen we op snelheid richting het Paard van Marken. Voor het Paard besluiten we dat Bernd en Jan samen verder zeilen en dat Jeroen en Jelle proberen hun rust te pakken. Zodra de hoek van het IJ in zicht komt zijn er weer vier man aan dek. De plek waar de tijd stopt is tegenwoordig onder de lijn van de eerste hoogspanningsmasten. Dit houdt in dat we moeten doorzeilen op het buiten-IJ. In de wetenschap dat de vaargeul slechts één maal doorkruist mag worden kiezen we ervoor een slag te maken evenwijdig aan de dijk richting IJburg. Halverwege deze dijk zit een opening waardoor je weer op het buiten-IJ terecht komt en de hoogspanningsmast met nog een extra slag kan aanlopen. De Rust na Arbeid kiest er voor strak langs de IJ-toren te varen en langs de vaargeul omhoog te kruisen. Dit pakt gunstig voor ze uit: zij klokken 21.38 uur en wij 21.39 uur. De Swanneblom doet hetzelfde maar vaart zich muurvast op een dammetje. Na drie kwartier worstelen komen ze er van af en klokken 22.37; drie minuten achter de Vriendschap.
Met ons besluit de route te vervolgen via Haarlem gaan we de verplichte vijf uur rust in. Jeroen neemt het grootste gedeelte van het varen richting Buitenhuizen voor zijn rekening. Bij Buitenhuizen aangekomen hebben we nog anderhalf uur om uit te rusten.

Dinsdag 26 oktober

Wekker gezet om 01.50 uur. Dan even opfrissen, eieren met spek bakken en broodjes maken voor de rest van de dag. Met de mast plat onder de brug door. Er staat geen wind, dus dat wordt bomen. Om exact 02.39 uur passeren we het einde van het remmingwerk van de brug en we liggen dan op één minuut achter de Rust na Arbeid.

Stront06Ringvaart

Op de Ringvaart

In het donker bomen we in een keurig tempo richting de kolksluis in Spaarndam. De Rust na Arbeid vaart als eerste de sluis in en wij volgen. In de sluis is er soep en maken we ons klaar voor het volgende deel van de race. Er staat nog steeds geen wind, dus dat wordt bomen. De Rust na Arbeid kiest ervoor om ook af en toe stukken te jagen. Jagen gaat harder maar de afwisseling van jagen en bomen kost ook tijd. Wij kiezen ervoor alleen maar te bomen en het juiste ritme op te zoeken. Bij de Cruquius liggen we drie minuten voor. Maar bij het passeren van één van de bruggen in Haarlem is de giek achter de brug blijven hangen en uit het lummelbeslag geschoten. We besluiten dit eerst te repareren en moeten de Rust na Arbeid voorbij laten gaan. Het stuk na de Cruquis tot en met de Kaag wordt aan een stuk door gejaagd. Bij de Kaag krijgen we de Rust na Arbeid weer duidelijk in het vizier. Na de spoorbrug liggen we aan de remming; optuigen en op naar het theehuisje.

Stront07jagen

Op dinsdagmiddag 12.54 uur leggen wij vast en lossen onze lading in Warmond. Precies 19 minuten achter de Rust na Arbeid. Nu volgt een uur verplichte rust. We eten soep en een broodje, nemen onze retourlading bloembollen in ontvangst en maken het schip gereed voor de terugreis. We zien de Swanneblom (13.44 uur) en de Vriendschap (13.51 uur) arriveren en mogen zelf weer los om 13.54 uur. Er staat een straffe wind en met een rif in het grootzeil stuiven we over de Kagerplas richting de boerenbuurt. Dit kleine slootje is bedoeld voor roeiboten en zeilbootjes. Er staat weinig water en er zitten een paar lastige kronkels in. Om de vaart wat uit het schip te halen zetten we de kraanlijn door en laten de piek zakken. De boer die op de kant staat kijkt zijn ogen uit en ziet hoe wij vakkundig met onze giek een gedeelte van zijn boom snoeien die over de vaart hangt. Zonder kleerscheuren de boerenbuurt gepasseerd en nu de ringvaart op. Langs de kant staan onze fans alweer te wachten om ons de rest van de ringvaart aan te moedigen. Bij Leimuiden besluiten we het rif eruit te halen en vanwege de bebouwing en bebossing langs de kant het grootzeil zo hoog mogelijk te hijsen.

Stront09De_Kaag

De Kaag

De Aalsmeerderbrug staat op dubbel rood: snel zeil zakken, mast naar beneden, bomen, de mast omhoog en zeil er weer bij. Nu komen we bij het gedeelte waar een sperring in de ringvaart was aangekondigd. Gelukkig verleent Rijks Waterstaat haar medewerking en kan ieder strontschip zonder problemen passeren. Om de achtervolging in te zetten en de snelheid nog wat op te voeren besluiten we het laatste stuk de halfwinder te hijsen. Maar dan de Bosrandbrug…. wat krijgen we nou…. dubbel rood! Aan bakboord van de brug zien wij de Rust na Arbeid verwoede pogingen doen zich door de veel te lage brugopening te persen. Wanneer het er op lijkt dat het hen gaat lukken willen wij hetzelfde proberen. Op dit moment springt het dubbel rood eraf en na contact gemaakt te hebben met de brugwachter begrijpen we dat er een vrachtschip vanaf de andere kant komt en mogen wij – als we snel zijn – ook door de brug. Bomend en zeilend gaan we door de Bosrandbrug. Bij de Schipholdraaibrug en de A9 gaat de mast plat en wordt er onder de bruggen door geboomd. Na de bruggen zetten we weer zeil richting de Nieuwe Meersluis. Rust na Arbeid arriveert 10 minuten eerder bij de sluis maar heeft de pech dat een oplopend vrachtschip eerst in de sluis toegelaten wordt alvorens zij kunnen aansluiten. Inmiddels zijn wij zover genaderd dat de sluiswachter ons ook toelaat en wij met dezelfde schutting mee kunnen. Vanaf hier begint de strijd weer opnieuw. De Rust na Arbeid vertrekt als eerste uit de sluis strak gevolgd door ons. Zij zoeken de kant op en proberen waar het kan te jagen. Wij houden het midden van het vaarwater en beginnen in een goed ritme met 4 man te bomen, waarbij 1 man af en toe een duwtje aan het helmhout geeft om te corrigeren. Twee weken eerder hebben we dit geoefend dus dit voelt vertrouwd. Aangekomen bij de Houthaven hebben we een voorsprong van 16 minuten. Inmiddels is het dinsdagavond 20.16 uur. Na de laatste brug leggen we het schip aan de remming onder een lamp. Nu hebben we drie uur de tijd om het schip in orde te maken en naar de hoogspanning op het buiten-IJ te varen waar we om 23.16 uur weer mogen vertrekken. Er staat veel wind met een waarschuwing dat het kan waaien tot 7 bft. We besluiten de boel dicht te reven; drie reven in het grootzeil en twee in de fok: op naar Lelystad! Woensdagnacht om 02.20 uur arriveren we bij de Houtribsluis. We hebben een snelle schutting achter een binnenvaartschip en maken ons klaar voor de laatste fase.

Stront10nacht

Nachtelijke carpiolen

De centrale meldpost IJsselmeer meldt Zuid-West windkracht 6 met uitschieters naar 7 bft. So far so good. We varen van boei naar boei en komen uiteindelijk uit aan het einde van de LC-boeienlijn boven Stavoren. Met name in het laatste stuk krijgen wij het behoorlijk voor ons kiezen. In de buien gaat het zo hard dat de giek door het water begint te slepen en we een aantal keren vast water via onze roefingang naar binnen krijgen.
Gezien de windrichting (ZW) en een zicht van nul, hielden we ons de volgende opties voor:
1.    Het grootzeil laten zakken en op de fok richting Stavoren. Daar de kustlijn volgen en Workum opzoeken. Dit leek ons geen goede optie omdat het schip met alleen de fok op slecht te sturen zou zijn in combinatie met de hogere golven en een lagere snelheid. Bij Workum moet je omhoog het Soal in. Gaat dat?
2.    Op grootzeil en fok doorvaren en zodra Workum in zicht is direct gijpen het Soal in. Omdat wij voor het gijpen het grootzeil voor de helft lieten zakken, zou dit te veel tijd kosten om snel te kunnen handelen. Je kan zeggen; je gooit de boel gewoon om en laat het klappen. Dit hebben we uit veiligheidsoverweging geen enkele keer gedaan. Een concurrent die dit wel deed vond de volgende dag zijn lummelbout aan dek. Geen idee wanneer deze gebroken was. We hoeven elkaar niet te vertellen wat het gevaar hiervan is.
3.    Een andere haven opzoeken.
4.    Wachten tot het licht wordt en dan Workum binnenlopen. Voor deze laatste optie hebben wij dus heel bewust gekozen. Hebben vanaf toen halve wind richting Noord-Holland gekoerst om rustiger vaarwater op te zoeken. Met de wetenschap dat de zon op zou gaan om 8:25 uur hebben we een paar slagen gemaakt en zijn rond 7:30 uur de Friese kust weer op gaan zoeken. En hebben de VF-A opgepikt . Hierna konden wij op de H2W1 afsturen om vervolgens het Soal in te varen waar wij uiteindelijk op woensdagochtend 09.14 uur afmeerden in de havenkom van Workum.

Al met al zijn dit zeer moeilijke beslissingen, waarbij ook nog komt kijken dat je met een geleend schip in de weer bent.
Na de finish is er natuurlijk genoeg gesprekstof en wordt er ondanks dat je al 48 uur in de weer bent nog een flink biertje gedronken aan boord van de Frisius van Adel.

Foto’s: Trudy Boom, Stichting Zeilvaart Warmond e.a

In Bokkepoot 196 belicht Trudy Boom de 37ste editie van de Strontrace in het artikel Van Workum naar Warmond, zeilen met stront. Hierin een interview met de gangmaker van de Strontrace Reid Jelle de Jong.