naar aflevering 4: van oude klinknagels en nieuwe visbouten

een heuse Vermeer ...

Op het schip zijn alleen de hoeklijnen waarmee de roefzijdes aan het dek gezeten hebben nog aanwezig, inclusief de ronde achterhoeken. Kuisverrot, maar het is nog wel mogelijk in ieder geval de maat van de basis van het roefje te nemen. Hoe nu verder? Omdat documentatie van dit schip ontbreekt kunnen we rustig stellen dat het originele roefje niet te herbouwen is. Dan optie twee: een roefje bouwen dat op het schip gestaan zou kunnen hebben. Lezen en plaatjes kijken: Schepen die blijven, boekjes van meneer Hachmer over de veenkoloniale turfvaart en nog meer. Zo krijg ik al een aardig beeld, but there’s nothing like the real thing: excursietijd! Bezoekjes aan Rotterdam, Delfshaven, Amsterdam met mijn vriend Bas, Leiden natuurlijk, Tilburg, Groningen en Bas alleen naar Veendam, op roefjesjacht. Veel foto’s, af en toe meten. In Rotterdam kom ik een prachtige tegen die ik ook heb opgemeten. Dit blijkt een heuse Vermeer te zijn, gebouwd door Joram Lehmann.

roef Groninger SteilstevenIn Amsterdam een Groninger Steilsteven gevonden met een zwaar verwaarloosd maar origineel roefje …

Bolschip met tussendekje… in Delfshaven het enige schip met een tussendekje gevonden. Een Bol nog wel, maar dan een opgeboeide, waar helaas te veel aan gelast is om vanuit te kunnen gaan.

Van Eddy Douma van het Noordelijk scheepvaartmuseum in Groningen heb ik een foto van de helling van Sissing gekregen, met daarop een tjalkje met een tussendekje.

Daarna tekenen: schaal 1:10 van alleen de roef en een grote tekening 1:20 van het hele schip. De basis van de roef is zoals gezegd bekend, de hoogte leid ik af uit de kruiphoogte: met de mast gestreken en liggend op de roef toch niet hoger dan 2.10m, de hoogte van de voorsteven. De zijdes staan bij het voorschot 6 graden naar binnen, bij het achterschot 10 graden. Het dak heeft aan de voorkant de dekrondte en is aan de achterkant boller. Zijdes, voor- en achterschot zijn iets bol. De daklijn van de zijdes volgt de lijn van het boeisel maar is iets getild aan de achterkant. De meeste maten komen van het roefje van Bart Vermeer.

Vervolgens de detaillering van de daklijsten.

daklijst met opgeklonken hoeklijn

Die heb ik gezien met een opgeklonken hoeklijn …

daklijst met een klein halfrond

… met een klein halfrond …

daklijst met een platrond

… met een platrond…

… en helemaal kaal.

Hoeklijn met aangewalsd rondje

nagebootst hoeklijn met stafHoek met aangewalsd halfrondEen bijzondere die ik heb gezien en die ik zelf wel wil toepassen is een hoeklijn met op de hoek een aangewalst rondje. Dit is een profiel dat niet meer wordt gemaakt, maar dat nog wel na te maken is met hoeklijn en staf.

Mallen van het roefjeUitgeslepen plaatVan de tekeningen maak ik mallen  die ik op het schip opstel. Zo kan ik de vorm van het roefje alvast in het echt beoordelen. De mallen overtrekken op staalplaat en dan ongeveer een uur slijpen per plaat met dunne schijfjes. Voor de gelegenheid maar eens een goed stofmasker opgezet.

Leuk zo’n plan; maar dat wil ik graag even toetsen bij een expert. Gelukkig komt er een gelegenheid, in de vorm van de Werkgroependag van de LVBHB waar ik als nieuwkomer ook voor uitgenodigd ben. Daarnaartoe getogen met mijn mapje foto’s en tekeningen. Natuurlijk kom je anders terug van zo’n gelegenheid dan je erheen gaat, met al die enthousiastelingen. Ik kwam terug met de toezegging om een blog voor de website van de vereniging te schrijven en met het klinknagelvirus. “Klinken is echt niet moeilijk.” En: “Ik kon niet lassen, dus ging ik klinken.” En: “Klinkwerk is vaak strakker dan laswerk vanwege de las hitte.” Gelukkig ook met de verzekering dat de roef die ik heb getekend prima op mijn schip gestaan zou kunnen hebben.

tussendekje met aanzet voor de roefKlinknagelen, het zat er eigenlijk al een tijdje aan te komen dat ik dat zou gaan doen: ik vind de detaillering die ontstaat door het klinken namelijk veel mooier dan detail-loos laswerk, met name in de daklijsten. En ik was al een manier aan het bedenken om die detaillering na te maken. Op mijn werk bij het toneel doen we niets anders, niets is daar wat het lijkt. Maar waarom zou je veel moeite doen om iets ergens op te laten lijken als je met iets meer moeite het helemaal echt kunt maken? Bovendien ben ik in dit project gestapt omdat ik nieuwe dingen wil leren. Met andere woorden: hier ligt een kans! Ik maak alvast bestekranden van koudgewalst hoeklijn, en de hoeklijn van de roefzijdes laat ik zetten in een hoek van 105 graden. De gaten in de staande stukken boor ik vóór op de kolomboor, de gaten door het dek doe ik in één keer met de magneetboor. Wàt een machine!

En dan komt de mogelijkheid om dat klinken eens uit te proberen. Het schip van Bas (een soort Katwijker van 25x5m) ligt bij de werf en hij wil er een stukje nieuw dek in klinken. Het is een bescheiden stukje met zo’n 70 halfduims nagels, een ideaal proefproject. Bas heeft de plaat al op maat gemaakt en er gaten in geponst. Het eerste wat we doen is tixophalt kit op de landen smeren, wat niet eenvoudig is want het is februari en het vriest dus de kit wil bijna niet uit de koker.

Het verhitten van de nagels gaat met een grote dakbrander die in een hokje van 20x20x20 cm van staalplaat blaast, waar de nagels in liggen. Er komt enorm veel hitte vanaf, maar de nagels worden toch nog niet warm genoeg, zodat ze af en toe nog moeten worden bijgestookt met een snijbrander.

Bas poseert op zijn geklonken dekNa drie nagels heeft de aanhouder al moeite om de dolly¹ omhoog te houden, dus fabriekt Bas een wipconstructie met een lange dolly zodat je door op het uiteinde van de wip te gaan staan de dolly tegen het dek aan drukt. Dit werkt stukken beter. Zelf zit ik op het dek en probeer te klinken op aanwijzingen van de werfbaas: Eerst stuiken, dan de randjes rond slaan door met de iets bolle hamer een rondje om de nagel te maken. Dat viel nog niet mee, al kwam dat ook doordat mijn voorbereiding niet optimaal was. De avond ervoor was er een heel gezellig feestje, en ik zat daar met een mega kater…

Na ongeveer 30 nagels wisselen we van positie en ga ik nagels steken, dat gaat me beter af. Aan het eind van de middag poseert Bas op het voltooide stuk dek.


¹) Een dolly is een haak of een tang waarmee de  nagel tegengehouden wordt als hij aan de andere kant geklonken wordt (redactie).

(naar aflevering 6: Serieus klinken)

Reageren? Commentaar? Complimenten? Stuur Arjen een e-mailtje.