(Klik op de fotootjes in dit reisverslag om ze te vergroten, klik op de vergrote foto om hem weer te verkleinen)

Een zeearend cirkelt hoog boven de rand van het meer. Ze zoekt voedsel voor haar krijsende kroost in het nest in die dikke eik. De eik waarin zichtbaar de geest van de boskoning huist. Vanuit de kuip kan ik het allemaal gadeslaan. De klok slaat acht, ik veer op en realiseer me dat ik gedroomd heb, gedroomd van dat verre blauwe …

Deze zomer voeren we met de Oeral Thûs oostwaarts. Het werd het eerste deel van een route naar de meren van Mecklenburg Vorpommern, Berlijn en de Oder regio, dat blauwe paradijs. Een tocht waarin we kennis maakten met de geest van Machurius van Lingen en andere koningen van de oude Eems en de Weser. We beleefden de reis van de ezel, de hond, de kat en de haan naar Bremen, de kinderdromen uit vele landen, de “Volvertrouwen” uit Polen en bijzondere sluizen en kunstwerken. Het paradijs zelf blijft, voorlopig, een droom.

routekaartje Oeral Thûs, deel 1

Futen in het Lauwersmeer De reis begint op 8 juni in Harlingen, onze thuishaven, en voert via Leeuwarden en de Dokkumer Ee eerst naar het Lauwersmeer en later via Lauwersoog naar de Waddenzee. In Birdaard gaat de dop van de watertank vanaf het achterdekje overboord. Een zware koperen fietsbel die zoon Abel jaren geleden vond en die geen golf op het wad te hoog ging. Helaas, voorlopig maar even een houten plug erin. Het vogelrijke, rustgevende Lauwersmeer is een blauw paradijs op zich. Tussen de met jongen beladen futen genieten we van vogels en rustige omgeving.
Op het Uithuizerwad bij Noordpolderzijl Dan met een gunstig tij, HW Lauwersoog 11:15 en een mooie windvoorspelling van NW 4 besluiten we te vertrekken, oostwaarts. Om zeven uur bij de sluis en vóór half acht zijn we op het wad onder zeil, met bestemming Greetsiel. Om 8:00 uur past het KNMI de windverwachting aan naar NW 5, mogelijk 6 en de Eems verkeerscentrale waarschuwt voor 7 Bft. De Eems met NW 7 is niet onze keus. Dus gaan we net voorbij Noordpolderzijl, beschut door hoge banken, bij de ZOL 34 voor anker. De vogels die we vanuit de kuip waarnemen, kondigen met hun komst en vertrek de stand van het tij en de droogvallende of verdwijnende platen aan. Een maaltje mosselen en oesters ligt voor het oprapen. En het, door het KNMI voorspelde, schip met zure appelen komt inderdaad over ons heen.
Lepelaars Leybucht-spaarbekken Greetsiel De volgende dag staat er WNW 4 Bft en gaat het stokanker weer omhoog en het zeil er in. Op de Eems worden we, terwijl we met opkomend tij het Randzel baken rap voorbij zeilen, door een combi-actie van kustwacht/grenzpolizei gecontroleerd. Dat is voor het eerst in de bijna 20 jaar dat we hier de grens over varen.

Greetsiel deden we voor het eerst aan in 1991 toen het nog een getijdehaven was. We meanderden door de prachtige slikgeul, tussen uitgestrekte kwelders door, waar de koeien vlak naast de geul graasden, met moeite tegen de stroom naar de haven. Toen we daar aangekomen waren viel de haven geheel droog. De eenden zwommen in het slik.

Inmiddels is een deel van het wad en de kwelder omgeven door een dijk. De ingepolderde Leybucht is een waterberging geworden. Maar gelukkig ook weer een wadvogeleldorado.

Garnalenkottervloot haven Greetsiel Ondanks de inpoldering van een deel van de Leybucht is Greetsiel met zijn actieve (deels nog houten) garnalenkotter vloot, een charmant pittoresk plekje gebleven, waar we graag naast “Gretchen” aanleggen.
De verloren tuin Osterburg Vanuit Greetsiel pakken we de vouwfietsen en belanden via een bezoek aan “de verloren tuin” in de geschiedenis van de Osterburg bij Groothusen. In de verloren tuin treffen we een reusachtige eik met een omtrek van zo’n vijf meter. Een hele oude dus en één die veel heeft meegemaakt! Hier was ooit een complex van 3 terpen met burchten. Een complex dat in de tijd voor de bedijkingen via een zeearm verbinding met de Waddenzee had en een vrijplaats bood aan vrijbuiters en piraten. Vooral de Hanze-schepen waren mikpunt. Daarom werden de burchten in de 14de eeuw grotendeels vernietigd door de Hamburgers, samen met een stamhoofd uit Greetsiel. Pas na een gedweeë onderwerping aan Greetsiel kreeg de familie hun terpen terug.

‘s Avonds, terug in de haven van Greetsiel, zien we de garnalenkotters één voor één richting sluis vertrekken. De zondagsrust is voorbij en het gaat weer richting hoogwater. Dus moet er worden gevist
Wij luisteren om 23 uur naar het late “all ships, all ships, all ships” want morgen willen we door in noordoostelijke richting. De voorspelling voor de komende dagen is ongunstig. Eerst maar slapen: misschien is het morgenochtend beter?

(Naar aflevering 2: Zeilend de Eems opl)