bron: INFO20M no. 86, tekening van Robin Hoekstra (Register Holland)

Een schip van 20 meter of langer of met een blokvolume van 100 m3 of neer moet een CvO/CBB hebben. Er is veel discussie over het 100 m3 criterium. Hierbij de officiële definities.

Het rechthoekige blok wordt berekend als L x B x T die als volgt gedefinieerd zijn:
L = lengte: de grootste lengte van de scheepsromp in meters, het roer en de boegspriet niet inbegrepen (punt 69, zie referentie aan het eind)
B = breedte: de grootste breedte van de scheepsromp in meters, gemeten op de buitenkant van de huidbeplating (schoepraderen, schuurlijsten en dergelijke niet inbegrepen) (punt 72)
T = diepgang (Tiefgang): de verticale afstand in meters van het laagste punt van de scheepsromp aan de onderkant van de bodembeplating zonder rekening te houden met de kiel of andere vaste onderdelen en het vlak van de grootste inzinking van de scheepsromp (punt 76) waarbij het vlak van de grootste inzinking het vlak door de waterlijn is, overeenkomende met de grootst mogelijke inzinking waarbij het vaartuig nog mag varen (punt 54). (De geladen diepgang omvat dus lading en alle brandstof-, drinkwater-, en vuilwater-, ballasttanks allen volledig gevuld, inclusief proviand, materieel, materiaal, mens en dier e.d.).
Referentie: Richtlijn van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van Richtlijn 82/714/EEG van de Raad (2006/87/EG) (PB L 389 van 30.12.2006, blz. 1) gedateerd 1.11.2013 HIER te bekijken in PDF (6,7 MB) en zie dan Deel 1, Hoofdstuk 1, Algemene bepalingen artikel 1.01 scheepsbouwkundige begrippen (pagina 54 en 55).

Let op:

  • De officiële afmetingen zijn maatgevend, dus in geval van twijfel laat het schip meten door de Scheepsmetingsdienst (ILenT) en laat je niet intimideren door de rolmaat van de controlerende BOA (Buitengewoon Opsporings Ambtenaar). Een meetbrief uit de periode van beroepsvaart is nadelig omdat als pleziervaartuig de geladen diepgang natuurlijk fors minder is.
  • Veel kleinere schepen hebben een V-bodem en liggen sterk achterover, zodat de rechthoekmaat tot wel 50 % groter kan zijn dan de waterverplaatsing. Voormalige sleepboten en ex-visserschepen, maar ook jachten en oude reddingboten zijn de dupe geworden van deze rekenmethode. De European Boating Association (EBA) heeft hier al eens een wijzigingsverzoek voor naar de EU gestuurd.

Alle info over CvO/CBB vindt u HIER op deze website.

Met dank aan Henri Derksen