(Naar het vorige deel: De vrije stadstaat Bremen)

(Klik op de fotootjes in dit reisverslag om ze te vergroten, klik op de vergrote foto om hem weer te verkleinen)

We doen eerst de Unter-Hunte en het Küstenkanal, en daarna zijn we toe aan een intiemere omgeving zonder beroepsvaart en industrie. Liesbeth heeft goede herinneringen aan het Elisabethfehnkanaal. Via de veengebieden en de Leda lokt een mooie tocht naar Leer. Maar …

De Unter-Hunte

Van de Weser tot Oldenburg bevaren we eerst het getijde water van de sterk gekanaliseerde Unter-Hunte, eigenlijk één grote afwateringsbak. De enige afmeergelegenheid is vlak na het Sperrwerk in Elsfleth.
Tussen twee grauwe wallen van donkere keien van kinderhoofd formaat, die op een enkele plaats wijken voor een mooier uitzicht, kruipen we tegen een staartje van de ebstroom op. We waren wat te vroeg uit Bremen vertrokken. Dus is er tijd om te dromen van de andere kant van de Hunte … .

Elsfleth de enige aanleggelegenheid in de Unter-Hunte
klik op pijlschaal voor de hunnebed-sage van de Visbecker Braut en Brautegam De rivier de Hunte kronkelt vanaf het Teutoburgerwoud noordwaarts onder het Mittellandkanaal door, langs eeuwenoude hunnebedden, de Visbecker Braut und Brautigam, langs de offertafels, via de Dummer, richting Wiehengebergte. We voeren er op de heenweg ongemerkt overheen, op het Mittelland kanaal.

Visbecker Braut und Brautigam (sage)
Eens heel, heel lang geleden … (klik op de foto links voor het vervolg)

visser aan de Unter-Hunte

Het Küstenkanal

Oldenburg maakte ooit deel uit van Denemarken. Tot minder dan een eeuw geleden was het een hertogdom. Zeker een bezoek waard, maar niet nu. Van Oldenburg naar de Eems varen we parallel aan een grote verkeersweg, door het 69 km lange Küstenkanal. Een vlak en recht verbindingskanaal met veel bomen langs beide kanten, weinig uitzicht en, al net als de Unter-Hunte, weinig aanlegmogelijkheden. Alleen in Oldenburg en bij de sluizen aan het begin en het eind van het kanaal kun je liggen.

het rechte Kustenkanaal
Na de vriendelijk meanderende en op het laatst brede Weser is het kanaal een anti-climax. Het mooie weer ten spijt is dit niet onze mooiste vaarmiddag. een warme middag
Onze bedoeling is om met het tweemaal-daagse konvooi tussen het Küstenkanal en de Leda, via de Fehnen (veengebieden) terug naar Leer te varen. Gezien de lengte en met name de breedte (3 meter 70) van de Oeral Thûs moeten we net in de sluisjes passen. We hebben goede herinneringen aan het Ems-Jade kanaal dat door het noorden van het veengebied loopt.
Maar we varen nu nog op het Küstenkanal. De zon staat al laag en we moeten afmeren voor de nacht. In onze gids staat een mogelijkheid aangegeven bij Kamperfehn; vlak voor de eerste ophaalbrug in het Elisabethfehnkanaal. We verlaten het lange, saaie Küstenkanal stuurboord uit. Elisabethfehnkanaal
het intieme Elisabethfehnkanaal

Het Elisabethfehnkanaal

Het is gelijk spannend. Onder een smalle brug door varen we het Elisabethfehnkanaal in. Voorzichtig, met minimale zuiging, glijden we langzaam tussen aan beide zijden overhangende takken vol mos en varens. We zien dat we aan beide wallekanten veenbruin water wegzuigen, met takjes en planten erin. Een veelbelovend begin dat ons in één klap helemaal in de stemming van de geesten en witte wieven van de veengebieden brengt.

Na bijna 3 kilometer meren we voor de eerste brug af aan een lange nieuwe steiger. Hier begint morgenochtend om kwart voor acht de konvooivaart.
Het is de tijd van het wereldkampioenschap voetbal. Ghana speelt vanavond tegen Uruguay en met Digitenne hebben we ontvangst.In de pauze komt uit het niets een havenmeester. “Willen jullie bij ons overnachten?” “Nou nee, wij wachten eigenlijk op de brug en het konvooi,” probeer ik. Hij brengt slecht nieuws. “Weten jullie dat de Leda gestremd is? De Posthuysbrücke wordt vernieuwd en dat is nog niet klaar, tot half augustus is doorvaart niet mogelijk.”
Ontdaan vraag ik: “Is een bordje boven de invaartbrug ‘Doorvaart naar Leda gestremd’ zo moeilijk?” Drie kilometer achteruit varen met een skûtsje in smal ondiep water is geen prettig vooruitzicht. We voelen ons gevangen in een ongewenste fuik en daarvoor moeten we nog 15 euro liggeld betalen ook. En dan verliest Ghana ook nog van Uruguay, na strafschoppen. Tijd voor een weduwe Joustra.
kaart Eems, Elisabethfehnkanaal en Leda Wat zijn de opties? Op de kaart zou je zeggen dat na het Elisabeth- Fehnkanaal via de Jumme om de Posthuysbrücke heen te varen is. Waterdieptes en brughoogtes lijken voldoende. Als we proberen een vaarplan te maken dan doet zich echter een tegenstrijdigheid voor. Bij sommige bruggen hebben we laag water nodig om er onderdoor te kunnen, terwijl we elders hoog water nodig hebben om te kunnen varen. Dat probleem is alleen in meerdere dagen varen op te lossen en we weten niet precies hoevéél dagen. En dan hebben we de soms zeer scherpe bochten nog buiten beschouwing gelaten. Zo’n avontuur in onbekend vaargebied, daar hebben we geen tijd meer voor. Overmorgen moet Liesbeth weer naar haar werk in Leeuwarden. Het wordt keren.

Volgens de optimistische havenmeester is het kanaaltje hier zeker wel 20 meter breed. Ruim geschat, denken wij in het half-donker. De Fehn-droom is plots verworden tot een kleine nachtmerrie.

De volgende ochtend om 7 uur begint de keer-operatie. Met keesje en lijn meten we eerst de breedte van de vaart. Met het roer dwars tegen de steiger en voorsteven boven de andere wal stekend moet keren net (gelukkig niet op z’n Fries) kunnen, het kanaal is krap 15 meter breed. Oeral Thûs meet 15 meter 50 over de stevens. Maar met de vaarbomen lukt het inderdaad om zonder schade aan schip en wal te keren.

Het zag er even veelbelovend uit, maar de veengebieden en het Elisabethfehnkanaal zullen we een andere keer moeten proberen. (Nu, ruim twee jaar later, lijkt die droom ook bedreigd. Zie de flyer “Rettet das Kanal” hiernaast.)

Behoud het Elisabethfehnkanaal flyer
sluis Dorpen

Terug op de Eems

Rond acht uur varen we weer op het Küstenkanal, richting sluis Dorpen. Het is nog bijna 40 km naar de Eems.

Wanneer we om 13:15 weer de Eems opdraaien is ons cirkeltje, na 16 gevarieerde dagen varen, rond.

Drie bonte pieten wijzen ons de Eems.

scholeksters op de hoek van Kustenkanaal en Eems
hoek Kustenkanaal en Eems Omdat we niet op tijd bij sluis Herbrum zullen zijn voor een gunstig tij naar Leer besluiten we pas morgen de Unter-Ems te varen.
Zoals Herr Schmidt ons in Leer had verteld zijn er ook op de Eems goede ankermogelijkheden in oude rivierarmen.Net boven sluis Herbrum gaan wij een rivierarm aan de rechteroever in en laten we het anker zakken. Het is warm, hoogste tijd voor een bad.
voor anker in oude Eems meander

Naar het volgende deel: Hemelse krachten!