We varen met turf en vracht
Over zoete en zoute stromen
Vaart ons er één voorbij
Wij zullen er ook wel komen
.

Turf laden in Wiesmoor(Dld), los gestortEen bekend rijmpje dat je zo hier en daar wel eens in het dirksluik geschilderd ziet. Met de “Dankbaarheid” hebben we het in de afgelopen jaren een paar maal letterlijk in praktijk gebracht. Ons voorbij varen is ook geen kunst; het schip gaat met zijn zijschroef niet harder dan 7 km /uur. Toch zijn we er óók gekomen. Zelfs wel een flink eindje buiten de landsgrenzen.

In 2005 zouden we naar Sail Bremerhaven, want we hadden goede ervaringen opgedaan met de nautische gastvrijheid in Duitsland. Voor deze gelegenheid wilden we wel een lading turf meenemen. Dit is voorbereid en uiteindelijk geladen in Wiesmoor, Noordduitsland. Helaas strandden we wegens familieomstandigheden nog vóór Wilhelmshafen en zijn per trein terug gegaan naar Nederland.

Drie weken later, de Sail was voorbij en wij hadden 15 ton turf in (= 40 kuub). We hebben het schip terug naar Nederland gevaren en mogen zeggen dat we de laatsten en mogelijk enigen zijn die turf nààr Smilde, Appelscha en Brederwiede hebben gebracht, in plaats van andersom.

 

Weer terug in Zwolle bleek dat de gemiddelde burger niets meer in turf stoken ziet en zo rees het plan om het gewoon maar zelf op te stoken. Vier winters later is het bijna op. Het restje bewaren we als curiositeit, want de huidige regelgeving heeft het onmogelijk gemaakt om ooit nog met dit schip een reis turf uit Duitsland te halen. Bij ongewijzigd beleid zal het in 2010 een magerder Sail worden in Bremerhafen.
Turf laden in Wiesmoor(Dld), geloegd
Het stoken van turf in een kolenkachel bleek aanvankelijk geen overtuigend succes. Enerzijds doordat de turf door de bovenkant van de kachel in de stookruimte moest worden gestopt en dat geeft allemaal gedoe met rook en as in de woonruimte. Via “Marktplaats” kwam ik aan een dikke tegelkachel (450 kg!) met een stookgat aan de zijkant. Dit ging aanzienlijk beter maar we begrijpen nu ook waarom vroeger altijd in het voorjaar grote schoonmaak moest worden gehouden. Rook en fijne asaanslag overal.

Anderzijds was de turf ook eigenlijk te “vers”. In die natte zomer onvoldoende gedroogd en tijdens een regenperiode op het schip gezet. Verse turf ruikt wel erg lekker vonden wij, maar de buurman had daar een ander idee over … . Meermalen de opmerking gehoord dat het in de Nieuwe Haven nogal eens naar het Dickens-tijdperk rook.

De jaren daarna was de turf goed gedroogd. Het fungeerde inmiddels prima als decor voor de toneelvoorstelling “kleine Teun”, bij welke gelegenheid het boerendrama tot een schippersdrama was omgevormd en het publiek op stapels turf zat in plaats van op stoelen.

Inmiddels leerden we dat gloeien een goede eigenschap is van turf. In een tegelkachel stook je een tijd goed heet, opdat de hitte in het steen trekt en vervolgens de warmte gedurende een lange periode wordt uitgestraald. Na verloop van tijd temperen en dan gloeit het een lange tijd na. Drie keer op een dag dit stookproces: ’s morgens na het opstaan, ’s avonds bij thuiskomst en voor het slapen gaan. In de koudste tijd 26 turven per etmaal. Dat is gemiddeld net meer dan één turf per uur. Er gaan 1000 turven in een ton … .

Turf geeft fijne as, het lijkt wel poeder. Je mag er niet mee knoeien want dat geeft onmiddelijk roestplekken op het ijzer (zwavelzuur??). En je moet de as niet in een plastic bak vervoeren, want er wil wel eens een gloeiend deeltje tussen zitten … .

En zo ging het vroeger ...Ja, het geeft werk, maar we hebben de kosten er dik uit gehaald.

Tussentijds ook ervaring opgedaan met andere turfsoorten. Zoals Russische turfbriketten. Deze branden heel prettig, ze geven minder as en stof en ze zijn uiteraard droog. Maar het stookt wel duurder: de prijs van kolen.

Turfpellets uit Letland. Stoken ook goed en zijn beduidend minder duur. Het ziet er uit als konijnenvoer. Je moet het eigenlijk stoken in een grote kachel waar een voorraadbunker bij hoort en een mechanisme dat om de zoveel tijd een hoeveelheid van die korrels in de kachel laat vallen. Het brandt goed op; er blijft weinig as over. Helaas zijn de pellets minder goed stookbaar in een kachel met een rooster: het zakt er te snel door. Stoken op de bodem, zoals met hout, lukt niet goed omdat het dan versmoort. Een trucje is om papieren boterhamzakjes te vullen met dit spul en het samen met hout te stoken. Dit ga ik misschien doen als ik met pensioen ben en geen schip meer hoef te onderhouden. (Gaat niet lukken, want je mag geen kachel stoken in een bejaardenflat … .)

Baggelturf uit de kop van Overijssel. Een experimenteel produkt van de rietsnijders uit deze omgeving. De achterliggende gedachte was dat hun voorouders ook baggelturf maakten en dat ze de turven wilden mengen met rietafval dat anders toch maar in de brand wordt gestoken. Ze hebben zich echter verkeken op het vele werk van het baggelturf maken en zijn er ook nog niet in geslaagd om goede stevige turven te produceren. De huidige turven geven beduidend minder warmte en heel veel harde as die het brandproces versmoort. Er is vorig jaar een kolossale persmachine gekocht ergens in de Oekraïne en ik ben benieuwd wat het eindprodukt zal worden.
Tegelkachel in volle glorie

Intussen ook met hout geëxperimenteerd. Hardhout heeft ook hele goede eigenschappen wat gloeien aangaat. Vooral als het wat grotere brokken zijn. Maar op één of andere manier stinkt het naar vis als het een beetje vochtig is en ik heb er ook geen goed gevoel over. Fout hout???

Ander hout brandt naar gelang de soort uiteraard ook goed. Je moet er echter wel voor thuis blijven om te stoken.

Houtpellets of proppen geven in een tegelkachel ook goed resultaat. Branden fel en geven weinig as. Ik ben alleen bang dat de temperatuur zo hoog is, dat we de kachel onverhoopt kapot stoken. Bovendien moet je ze voorzichtig in de kachel gooien, want ze veroorzaken veel stof.

Een beetje miljeubewust stoken is een hele toer. En dat zodanig doen dat de buren er geen last van hebben al helemààl. Maar al doende leert men.

Schipper Oen is nog uit het petroleumtijdperk (zie zijn “foto” hieronder). Wellicht later nog wel eens een verhaal over miljeubewust oliestoken. We experimenteren gewoon door.

(Reageren? Doe het in het Schipperscafé op het forum!)

Schipper Oen

Schipper Oen (die kennelijk ook nog van voor de tijd van de foto's is)