Tijdens de reünie 2014 in Den Helder hield voorzitter Rolf van der Mark een toespraak ter gelegenheid van het 40 jarig bestaan van de LVBHB tijdens een receptie voor externe gasten.
Geachte aanwezigen,

40 Jaar historie

De mannen van het eerste uur in 1974 konden niet bevroeden hoe de vereniging in de loop der jaren zou uitgroeien.
Walter Haentjes schreef de oprichtingsbrief: de oproep tot het starten van een vereniging met als doel het instandhouden van de Nederlandse Zeilende Binnenvaart en de daarbij behorende vaardigheden en ambachten. Al heel snel verscheen de eerste Bokkepoot, de reünies werden een traditie op Marken en al bij de eerste reünie was Henk Morel present om een maritieme markt te organiseren.
Na een paar jaar werd Marken te klein ondanks pogingen met pontons meer ligplaatsen te creëren. De jonge vereniging moest op zoek naar andere locaties en sindsdien is de jaarlijkse reünie een begerenswaardig evenement voor iedere stad met voldoende ligplaatsen en het hart op de goede plek voor het Varend Erfgoed. De vereniging verbrede haar doelstelling van behoud van het zeilend bedrijfsvaartuig naar behoud van het historisch bedrijfsvaartuig, daarmee recht doend aan de vele motorschepen die ook zeer het behouden waard zijn. De vereniging stond en staat haar leden met raad en daad ter zijde en vele schepen werden van de sloop gered en weer gerestaureerd.

Waar staan we nu?

40jaarhistorie-2
De vereniging is nu 40 jaar jong, telt meer dan 1700 leden en ruim 1400 schepen. We zijn daarmee de grootste behoudsvereniging voor Varend Erfgoed. De vereniging kent een structuur met werkgroepen en vele leden steken letterlijk de handen uit de mouwen om de vereniging actief te ondersteunen. De Bokkepoot is een begrip geworden evenals de jaarlijkse reünie. Via lobby en overleg trachten we zo veel mogelijk ligplaatsen onderweg en permanent te regelen en op dit vlak is veel bereikt. Steeds meer steden zien het Varend Erfgoed als een waardetoevoegend element en er zijn inmiddels vele museumhavens. De verzamelde kennis van de Vereniging is indrukwekkend en wordt steeds meer toegankelijk gemaakt. Goed voorbeeld is de database met scheepsgegevens uit de liggers waar menigeen de herkomst en historie van zijn/haar schip heeft kunnen terugvinden. Vele van onze schepen zijn gedocumenteerd en staan vermeld op ons eigen Bestand Historische Schepen; enige honderden zijn tevens geregistreerd als Varend Monument in het landelijke register.

Wiens verdienste is dat eigenlijk?

Bij dit alles is het goed om ons te realiseren dat de passie, energie en werklust van vele individuen er toe geleid heeft dat we als Vereniging trots kunnen zijn op onze vloot en wat we als Vereniging hebben bereikt. En dat is bijzonder; laat ik het toelichten.
Ik maak daarbij nogal eens de vergelijking met een andere vereniging die streeft naar behoud van Erfgoed nl. Vereniging de Hollandsche Molen.
40jaarhistorie-3
Molens zijn veelal rijks- dan wel gemeentelijk monument. Bij het Varend Erfgoed ontbreekt enig wettelijk kader voor het toekennen van een monumentenstatus.
Voor molens staan vele subsidiemogelijkheden ter beschikking; voor Varend Erfgoed nagenoeg geen enkele.
Gemeenten beschermen “hun” molens met biotoopbeschermingszones (om de windvang te garanderen); veel gemeentes zien een – meestal bewoond – schip liever gaan dan komen….
Molens zijn veelal in eigendom bij Stichtingen die – meestal met een stuk financiering vanuit de overheid – de molens onderhouden en restaureren. Ons Varend Erfgoed is in voor het overgrote deel in handen van particulieren die hun schip met eigen middelen restaureren en onderhouden.
En zo kan ik nog wel even doorgaan; hulde aan de individuele scheepseigenaren die er voor gezorgd hebben en nog steeds zorgen dat we in Nederland de grootste collectie Varend Erfgoed ter wereld hebben.

Wat is de keerzijde?

40jaarhistorie-4De keerzijde van de geschetste ontwikkeling is dat er bij de overheid nauwelijks besef lijkt te zijn dat ook het Varend Erfgoed het waard is te ondersteunen. Juist de inzet van vele scheepseigenaren die tot de trotse vloot hebben geleid lijkt bij de overheid tot de redenering te leiden dat daadwerkelijke steun van overheidswege niet nodig is: “ze redden het zelf wel”. En ik kan het nog sterker vertellen: het lijkt er op dat de overheid steeds meer vanuit nieuwe wetten en regelgeving ons het leven juist moeilijker gaat maken.
Goed voorbeeld is de nieuwe Erfgoedwet die een aantal bestaande wetten gaat vervangen. Het woord mobiel Erfgoed komt er niet in voor; de term Varend Erfgoed wordt alleen in een bijzin in de toelichting genoemd! Ik kan niet anders concluderen dan dat de overheid ons hier compleet in de steek laat!!
Andere voorbeelden zijn de afschaffing van de rode diesel en de vernieuwde Europese wetgeving die aan schepen groter dan 20 m allerlei regels oplegt waaraan menig Historisch schip niet (of alleen tegen zeer hoge kosten) kan voldoen.
40jaarhistorie-5
Geen wonder dat we de laatste jaren een vergrote uitstroom zien van Varend Erfgoed naar het buitenland; het is een slecht teken aan de wand ingegeven door de combinatie van strengere regelgeving, ontbreken van overheidssteun, veel moeilijker financiering en het opheffen van veel ligplaatsen door gemeenten en provincies.

Wat kunnen wij doen?

Onze vereniging is jong, dynamisch maar ook meer dan ooit noodzakelijk om het Varend Erfgoed te behouden. Ik noem een aantal punten.
Heel belangrijk is dat we het Register op orde krijgen. In contacten met overheden en andere instanties komt steeds weer de vraag terug: waar hebben we het eigenlijk over? Een landelijke database met daarin al het Varend Erfgoed (naar schatting bijna 10.000 schepen!) is meer dan ooit noodzakelijk. We moeten ophouden met de discussie over het toekennen van een bepaalde status aan een schip en beginnen met eerst alle schepen zo veel mogelijk gedocumenteerd vast te leggen. Alleen dan kunnen we aan anderen duidelijk maken over welke waardevolle collectie we het hebben!
We zullen blijven streven naar erkenning en bescherming van ons Erfgoed door de overheid. De cultuurhistorische waarde is zeer groot. Het is – zoals gezegd – verbijsterend om te zien dat de nieuwe Erfgoedwet hier totaal niet op inhaakt.
We moeten vooral ook steeds meer gezamenlijk optrekken om bijvoorbeeld nieuwe wet-en regelgeving vanuit een sterke gezamenlijke lobby te lijf te gaan. Te veel zijn we nog af en toe een stelletje individualisten (niet vreemd voor schippers…) die ook in Federatief verband moeite hebben de gelederen gesloten te houden.
40jaarhistorie-7
We moeten ook vooral doorgaan met aan de weg te timmeren. Hoe meer het publiek en overheid overtuigd raakt van de waarde van onze trotse vloot, des te beter. Evenementen als de jaarlijkse reünie, maar ook bijv. de Strontrace, Sail Amsterdam en DelfSail zijn platforms om onze boodschap uit te dragen. Als jubileumgeschenk hebben we voor al onze scheepseigenaren een “bannertje” laten drukken met daarop gegevens van het schip; een prachtige uiting van onze boodschap.
40jaarhistorie-8
We zullen doorgaan met alle activiteiten die het Behoud van onze schepen en ambachten ten goede komen. Daar hoort de Bokkepoot bij, maar ook workshops, adviezen aan leden, organisatie van evenementen, stimuleren van de realisatie van (musem)havens en ligplaatsen, ons verenigingsschip de Terra Nova, gesprekken op het ministerie en nog veel meer.
We gaan als 40-jarige vol energie op naar ons volgende lustrum. Om onze jeugd te accentueren hebben we ons logo vernieuwd en trots presenteren we dat tijdens dit jubileum. Ook de naamgeving ondergaat een vernieuwingsslag: we noemen onszelf steeds meer Het Historisch Bedrijfsvaartuig i.p.v. de “vereniging met de lange naam”: Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig.
Maar veel belangrijker dan het logo en onze naam is het dat we onze kernboodschap blijven uitdragen:
Het Historisch Bedrijfsvaartuig streeft naar behoud (door gebruik) van de grootste collectie Varend Erfgoed van de wereld.
Laten we een toast uitbrengen op de jarige vereniging en de toekomst van Het Historisch Bedrijfsvaartuig!
Dat doen we terwijl buiten – hier vlakbij – het logo voor het eerst in volle glorie zal worden getoond.
Ik dank u voor uw aandacht.