tn_BonnMees_1

Ter gelegenheid van het 125 jarig bestaan heeft Bonn & Mees in Rotterdam een jubileumboek uitgegeven. Tegenwoordig is het een bedrijf voor zware liften met enorme drijvende bokken met als motto ‘oplichten is ons vak’. Het bedrijf komt echter voort uit een houten scheepswerf in 1867 gesticht door Jan Smit. Smit is een van de telgen uit de scheepsbouwers families uit Alblasserdam en Kinderdijk. Hij begint de werf in Katendrecht, toen nog een apart dorp, later door Rotterdam geannexeerd en beroemd (berucht?) door andere activiteiten, zij het ook verband houdend met de scheepvaart. In eerste instantie begint hij met een dok voor scheepsreparatie, later komt daar een werf voor nieuwbouw bij, naast de werf van Rijkee. De zwager van Smit, H.J. Bonn, leidt de werf en neemt die in 1888 over samen met Job Mees van de bankiersfamilie Mees en Hope, wanneer Smit zich terugtrekt. De ontwikkeling van de werf en het gebied waar de werf zit loopt parallel met de ontwikkeling van de Rotterdamse haven. Die havenontwikkelingen zijn er de oorzaak van dat het bedrijf in 1898 moet verhuizen naar Charlois (wegens het graven van de Maashaven) en in 1939 naar Sluisjesdijk (voor de bouw van de Maastunnel).

De bouwlijst beslaat de periode 1876 tot 1931 en omvat een merkwaardige mengeling van vaartuigen lopend van gegalvaniseerde kano’s (fascinerend, 70 kano’s op de bouwlijst, helaas zonder uitleg) tot zeestoomschepen van 7000 ton met alles daar tussen zoals kraanpontons, onderlossers, sloepen, vissersschepen, sleepboten, lichters en zelfs een kraak. In 1931 stopt de werf door de crisis in de scheepsbouw na 1928. Het bedrijf gaat zich specialiseren in drijvende bokken. Na de oorlog wordt het groter, zwaarder en hoger met tegenwoordig een drijvende bok (Matador 3) van deze ‘Bokkenboer van Zuid’ die 1800 ton kan tillen.

Naast Smit, Bonn en Mees speelt vooral de familie Leenheer een belangrijke rol in het bedrijf, al vanaf 1869 tot nu toe, en dat is duidelijk te lezen in de hoofdstukken over de moderne tijd van dit familiebedrijf.

De schrijvers hebben met veel enthousiasme in korte tijd een prachtig uitgevoerd boek neergezet. Het gaat zijdelings over ‘ons’ varend erfgoed, maar de ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van het bedrijf zijn een voorbeeld van het ondernemerschap van eind 19e/begin 20e eeuw. Het kan model staan voor zo veel werven en werfjes in Nederland, maar het daarna in tegenstelling tot Bonn & Mees niet hebben gehaald. Het is goed onderzocht, prettig geschreven en mooi geïllustreerd met relevante gegevens, illustraties, kaarten en achtergrondinformatie.

Over recente geschiedenis is altijd meer te vertellen dan over het verleden door de nog levende getuigen en het fotomateriaal. Toch is er een balans in de hoofdstukken, die elk een logische tijdsperiode beslaan. Vooral de  gelegde verbanden met de geschiedenis en de ontwikkeling van de Rotterdamse haven maken het een lezenswaardig boek (zeker voor Rotterdammers). Helaas wordt er te weinig verteld over de gebouwde schepen (zoals die kano’s) en klanten (waarom die buitenlandse klanten). Het verhaal over de drijvende bokken is een bonus voor wie geïnteresseerd is in iets meer dan alleen varend erfgoed maar in de Nederlandse scheepvaart in het algemeen.

Jacqueline Leenheer en Cees Zevenbergen (2012) Bonn & Mees Van scheepswerf tot hijsspecialist 125 jaar 1888-2013, Uitgeverij Cooligem, 160 pagina’s, gebonden 30,5 x 21,7 cm. ISBN 9789491354175, € 29,95