(Naar de vorige aflevering: Van turf naar TEU)

 

Mooie casco's worden nog steeds verschrot. Ongeveer 50 jaar geleden nam onze welvaart snel toe als gevolg van de mogelijkheden om grootschaliger producten te kunnen produceren en transporteren. Automatisering in de fabrieken werd algemeen gebruikelijk en de binnenvaart kwam letterlijk in een stroomversnelling terecht. De  kleine- en langzame schepen hadden afgedaan. Schippersambacht en mechanische technieken waren uit de tijd. Dit werd vervangen door bedrijfsvoering en afstandsbediende technieken.

Mooie casco’s worden nog steeds verschrot.

(Klik op de foto voor een grotere afbeelding; klik op de vergrote foto om hem weer te verkleinen)

De binnenvaart als bedrijfstak raakte uit beeld doordat havenactiviteiten zich naar de rand van de steden verplaatste. Maar: schepen, kunstwerken, pakhuizen, motoren en nautische ambachten werden ontdekt door liefhebbers.

Nu zijn we blij dat nog veel van het Nautisch Erfgoed bewaard is gebleven en ambachtelijke/ technische kennis werd doorgegeven aan de volgende generaties.

Watergebonden evenementen werden populair bij de organisatoren van dorpsfeesten en het publiek komt tot op heden massaal af op alles wat aan de waterkant beweegt, ruikt en lawaai maakt.

Het nodige is bereikt: Nautisch Erfgoed wordt gewaardeerd, heeft hier en daar een vaste plaats gekregen en de tijd is gekomen dat e.e.a. weer kan worden doorgegeven aan de volgende generatie.

Intussen is er ook veel gedocumenteerd en zijn nautische archieven ontsloten. Er is zelfs geopperd om enkele schepen in een museum te zetten in plaats van er mee te varen.

Motoren en gereedschappen staan inmiddels hier en daar wel in een Museum opgesteld. Er zijn nu nog mensen aanwezig die met kennis, liefde en ambacht machines kunnen restaureren en in werking houden.

Zijn we nu klaar??

Kennelijk niet. De slopers hebben het ondanks de lage oudijzerprijs druk met het verknippen van schepen die te klein zijn geworden om exploitabel in de vaart te blijven of niet meer in het tempo van nu bij kunnen blijven. Wat kunnen we over 50 jaar nog laten zien van deze schepen?

Het behouden van welvaart blijkt niet gediend te zijn met een Bruto Nationaal Product dat wordt verdiend met ouderwetsche ambachtelijke gereedschappen. Onze tijd kenmerkt zich door gerobotiseerde werkzaamheden. Voor de gemiddelde mens van nu zijn (economische) processen niet meer zo overzichtelijk en beheersbaar. Temeer daar een groot deel daarvan zich buiten onze landsgrenzen afspeelt. Het zorgt in deze dagen voor nogal onaangename verrassingen als blijkt dat het proces niet meer werkt. We zullen er het volgende decennium nog wel even de lasten van ondervinden.

Ook is het knullig dat er nog steeds mooie casco’s van schepen worden verschrot die onder woonarken vandaan komen en heel wel opgeknapt zouden kunnen worden door onze huidige generatiegenoten met ambitie en twee rechterhanden.

Ik vind het uitermate treurig dat er onlangs (oktober 2011) nog een complete en intacte katwijker naar de sloper in ’s Gravendeel werd gevoerd. Iedereen werd gemobiliseerd, maar: geen liefhebber voor te vinden, die er 12000 Euro voor overheeft. Met een beetje geluk ligt hij nog steeds bij de sloperij…

In de jaren 60 begon schipper de Vries uit Steenwijksmoer met het verzamelen van ouderwets scheepsgerei en oude scheepsmotoren. In de tijd dat hij vervolgens havenmeester werd in Zwolle groeide deze hobby uit tot een collectie die ternauwernood paste in twee flinke tjalken.

Rond 1990 werd deze collectie door de gemeente aangekocht en kon deze worden ondergebracht in een voormalige werkplaats van het gasbedrijf in Zwolle. Met hulp van een aantal vrijwilligers groeide de collectie uit tot een expositieruimte die de naam Stichting Machinemuseum Zwolle kreeg. Helaas moest wegens het opheffen van de regionale werkplaats na een aantal jaren het pand ontruimd worden en raakte de machinecollectie in diaspora.

In 2003 werd geprobeerd om de collectie in de sleepkempenaar ‘Antoinette’ onder te brengen, maar dit streven strandde als gevolg van weinig medewerking van het bestuur. Men had namelijk al een pand op het oog.

Na het overbrengen van de her en der ondergebrachte collectie in dit pand is een begin gemaakt met wederopbouw en installatie van motoren, archief etc.

tn_schrot_machmus2 schrot_machmus_zw
Stichting Machinemuseum Zwolle

Zomer 2011 diende helaas ook dit pand weer ontruimd te worden. Het inmiddels geminimaliseerde vrijwilligerskorps is dermate teleurgesteld geworden, dat men definitief is afgehaakt.

De gemeente Zwolle heeft in oktober 2011 de collectie te koop aangeboden. Zie daartoe de site: Binnenvaartforum/machinekamer!

Ziet nog iemand er iets in om de collectie mobiel te maken? Het zou zelfs heel goed op een historische sleepkast kunnen van 1000 ton, waarvan er zich nog twee in Nederland bevinden en één momenteel niet gebruikt wordt.

Het zou treurig zijn als deze collectie eveneens dezelfde gang als bovenvermelde Katwijker gaat en er van een ‘blauwe’ Deutz een ‘Chinese’ Deutz gemaakt wordt. Een soort nieuw van oud regeling.

Het wordt hoog tijd voor een soort Nationaal Depot van maritiem erfgoed, waaruit de huidige generatie met alle kennis en kunde van nu kan putten voor werkelijk historisch materiaal.

De katwijker op weg naar de sloper.

De katwijker op weg naar de sloper.

(Klik op de foto voor een grotere afbeelding; klik op de vergrote foto om hem weer te verkleinen)